Vrienden van Domari

Het Domari Center

Domari Society of Gypsies (zigeuners) in en rond Jerusalem

Domari

De belangrijkste zigeunergroepen zijn de Roma en de Domari. Van oorsprong is het grootste deel van hen afkomstig uit India. Domari betekent oorspronkelijk:  ”Een groep, of mensen”. Ze trokken als nomaden rond. Ongeveer in de 14de eeuw kwamen ze in Europa en vestigden zich in (Oost) Europa (Roma’s) en in het Midden Oosten. Daar werden ze de Domari of Domi genoemd. In Egypte worden ze Gypsies genoemd (Engels woord voor zigeuners).

In het begin van de 20ste eeuw heeft een deel zich permanent in en rond Jerusalem gevestigd. Tijdens de hereniging van Jerusalem (1967) heeft burgemeester Teddy Kollek hen als een aparte groep erkend. De Domari staan nog steeds in een vergeten hoek, mede door allerlei ontwikkelingen in het land en met name door de felle discriminatie, juist door het merendeel van de Arabische bevolking. De goeden niet te na gesproken. Maar juist temidden van de Arabische bevolking wonen ze van oudsher! 

Heden ten dage is het voor de meeste mensen in Israel onbekend dat er zigeuners onder hen wonen. Domari die die binnen de muren van, de oude stad Jerusalem wonen, ontvangen een keer per maand een minimauitkering; per kind ongeveer 25,- euro. Zij, die geen kinderen hebben, ontvangen niets. Ouderen ontvangen een klein pensioen, en dat gaat meestal op aan medicijnen. Zij die buiten Jeruzalem wonen - het merendeel woont in, wat genoemd wordt de bezette gebieden - ontvangen niets. De Domari schamen zich werkelijk voor hun cultuur, hun armoede en ze proberen die te verbergen. Ze zijn altijd bang om zich onder onbekenden te begeven; bang om herkend te worden als zigeuner.

Voorgeschiedenis van het Center

Destijds was er op de Olijfberg  het  “Huis op de Berg”,  wellicht nog bekend bij veel Nederlanders. In dit huis werkten toen Amoun met haar zus Khadra Sleem. Zij woonden in de oude stad (Jerusalem). En komen uit een zigeunersfamilie. Hun voorouders zijn ruim 400 jaar geleden in Jerusalem komen wonen. Amoun, heeft, als zoveel anderen met haar, geen gelukkige jeugd gehad. Juist door de felle discriminatie op de lagere school dacht ze dat God haar verkeerd had geschapen. Ze dacht dat zij, haar familie en hun cultuur er niet mochten zijn. Later ook nog als kind, ontdekte ze dat God haar en haar familie wel goed had geschapen, maar dat de andere mensen hun niet mochten. Waarom dat begreep ze  niet en begrijpt dit nog niet. Afgezien dat ze zigeuners zijn. Ondanks twee jaar spijbelen, maakte ze de lagere school later af en daarna werd het vervolgonderwijs met succes afgerond.

In Jeruzalem, in de oude stad, wonen ongeveer 1500 Domari, temidden van de Arabische bevolking, Zij zijn merendeel zeer gematigd moslim. Hun taal is, naast de eigen zigeunertaal, Arabisch. Verder wonen de Domari in omgeving van de oude stad, (neighbourhoods) ongeveer 5500. In Bethanie 1200, op de Westbank 2000. Ook wonen Domari in Judea, Samaria en de Golan. Het aantal dat hier woont is onbekend. In Gaza wonen er ongeveer 10.000. Het totale getal van de Domari’s is niet precies bekend. Tot op vandaag hebben ze van de Arabische bevolking het meeste te lijden. In het algemeen zien de Arabieren de Domari’s  als Nawaai, als Nawar, als wilden. De Domari  hebben veelal grote gezinnen, maar geen werk. Het merendeel is analfabeet.

Toekomst

Amoun ziet ieder kind, terecht. als een geschenk van God. Ze acht het heel belangrijk dat een kind leert lezen en schrijven met het oog op hun toekomst. Ze wil ze leren dat ze niet minderwaardig zijn, maar hun gaven mogen ontwikkelen en gebruiken. Maar wel hun best moeten doen. Daarnaast wil ze graag dat vrouwen leren naaien en creatieve dingen maken, zodat door de verkoop daarvan ze een vorm van inkomen, zij het minimaal, hebben. 

Terugblik

Als ongeveer twaalfjarige begon Amoun bij haar thuis aan een paar kinderen wat les te geven. Vanuit haar jeugd, christelijk gezin, waarin met name haar oma een grote rol voor haar speelde, hoorde zij over de Heere Jezus en is zij door genade in Hem gaan geloven. 

Haar werk heeft ze weten uit te breiden tot onderwijs aan ongeveer 15 - 20 kinderen, die extra lessen krijgen om de basisschool goed af te kunnen ronden. Tijdens haar huisbezoeken, onder andere in de bezette gebieden, probeert ze hulp te bieden op het terrein van de gezondheidszorg.  De mensen buiten Jerusalem kunnen geen beroep doen op een uitkering, laat staan op een ziektekostenverzekering. Deze huisbezoeken kan ze helaas maar beperkt doen vanwege de grote afstanden. Tijdens huisbezoeken probeert ze ook te letten op de gezinnen waar kinderen zijn met verstandelijke / lichamelijke beperking.

Oprichting

Eind 1999 heeft Amoun de Domari Society  (stichting) voor zigeuners in Jerusalem opgericht. Ze heeft hiervoor de officiële papieren gekregen van de staat Israel. Met Joodse organisaties heeft ze goede contacten weten op te bouwen, in die zin dat ze erkenning ontvangt voor haar werk. Ze ontvangt via hen soms voedselpakketten. 

Amoun heeft ook contact met sociaal werkers. .

Het Center

Voor haar werk heeft ze rond 2004 / 2005 een ruimte, “Het Center”,  kunnen huren. Bij haar thuis werd de ruimte te klein. Het “Center” staat in de wijk Shu’fat in Noord Jerusalem. De eerste jaren ontving ze inkomsten voor de huur vanuit een protestantse kerk uit Amerika en en een vrijwilligers vergoeding voor zichzelf. Totdat deze kerk, zoals het ook in Nederland gebeurt, onderling problemen kreeg en totaal uit elkaar viel. Sinds die tijd stopte de bijdrage.

Onderwijs

In Jerusalem zijn 4 tot 5 scholen, in de oude stad, waar de kinderen gratis naar toe mogen. Deze kinderen komen zowel uit Jerusalem, de oude stad, als uit de omgeving. Het gaat daarbij om ongeveer 200 kinderen. De ouders moeten zorgen voor alles wat een kind nodig heeft om op school te kunnen leren, zoals pennen, potloden, schriften, boeken, papier, enz. Amoun probeert voor deze spulletjes te zorgen, want de ouders zijn inmiddels wel zover dat ze het schoolgaan van de kinderen stimuleren, maar ze hebben geen geld voor de aanschaf van schoolbenodigdheden. Ze kunnen de kinderen ook niet helpen met het maken van huiswerk. Kinderen welke het in de massa van de basisschool niet redden en daardoor de school niet af kunnen maken, probeert ze via betaalde professionele leerkrachten bijlessen te geven, zodat de basisschool op een goede wijze kunnen afmaken en een diploma krijgen. Hebben ze geen diploma  dan belanden de kinderen uiteindelijk toch nog op straat. Ongeveer twee keer per jaar heeft Amoun overigens een goed overleg met de teams van de twee scholen. Tegelijk moet ze voorzichtig omgaan in het contact opnemen over de kinderen. Het wordt snel gezien als inmenging.

Ook probeert Amoun ervoor te zorgen dat de 200 kinderen een rugtas krijgen om hun schoolspullen in mee te nemen. Soms is dit een rugtas voor 2 kinderen samen.                

Gezondheidszorg

Tijdens bezoeken aan families bleek mij hoe zeer Amoun let op de gezondheidszorg, bijvoorbeeld voor een kind met diabetes, Zo'n kind moet twee keer per dag insuline gebruiken en daarnaast nog andere medicijnen.  Amoun probeert dan voor de ouders die medicijnen te bemachtigen. Dat heeft ze ook gedaan voor een vrouw met kanker, een moeder van een groot gezin. Kortom, ze probeert gezinnen terzijde te staan in hun eerste basisbehoeften. En zeker buiten Jerusalem is dat vooral voedsel, medicijnen en kleding.  Amoun let er sterk op dat de basisbehoeften terecht komen bij die gezinnen waar het het hardst nodig is. Ze doet daarbij een sterk beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de gezinnen voor zover dit natuurlijk kan. Indien mogelijk schakelt ze hierbij de hulp in van andere mensen in. 

Afhankelijk

Amoun weet zich in alles afhankelijk van de Heere en van Zijn trouwe hulp. Die ervaart ze ook, dwars door alle moeilijkheden heen. Tegelijk voelt ze zich vaak erg alleen. zij is de centrale spil in het geheel. Soms vliegt de angst haar aan dat het Center gesloten moet worden, omdat er geen geld meer binnenkomt of veel te weinig. Dat zou betekenen dat ze geen werkplek meer heeft van waar uit ze kan werken. Dat de kinderen geen lessen meer kunnen ontvangen die ze juist zo nodig hebben om de basisschool op een volwaardige wijze af te kunnen maken. Kortom: ze zou de kinderen de straat op moeten sturen en de hulp aan de gezinnen moeten stoppen. Vanuit haar huis heeft ze geen mogelijkheid het werk voort te kunnen zetten. 

Amoun is altijd weer erg blij en vooral dankbaar wanneer mensen het ”Center” bezoeken. Nee, niet in de eerste plaats omdat men dan spulletjes bij haar koopt. Maar met name omdat het werk rondom de kinderen, de gezondheidszorg, de ontwikkeling van de vrouwen op die wijze meer en meer bekend kan worden en mogelijk gevolgd wordt door concrete hulp. Met alle belangstelling voelt ze zich dankbaar en ervaart ze die als een gift van God.  

Hulp

De hulp aan Domari is niet aan een bepaalde kerkelijke richting gebonden. Iemand in Israel verwoorde het begin 2013 als volgt: “In of buiten Nederland is er voor iedere doelgroep in Israel wel een organisatie. Voor Messiaans belijdende Joden, voor holecaustslachtoffers, voor gehandicapte kinderen, voor Arabische en Palestijnse christenen en kinderen, voor gaarkeukens, ziekenhuizen, voor Russchische, Etiopische joden of uit welk land ze ook maar komen en leven in Israel. Maar voor de Domari is er niets. Ze worden als een soort wentelteefje van de ene naar de andere kant gerold. Het is bijzonder triest, juist omdat ook deze groep gebed en daarnaast concrete hulp zo hard nodig heeft”.

De Domari schamen zich ervoor en willen niet bedelen.  Maar de armoede, de nood, is echt zeer groot!

Help het volk van de Domari in Jeruzalem

Het volk van de Domari, met ongeveer 200 gezinnen in de Oude Stad van Jerusalem, verkeert

in een minderheidspositie en daardoor in een sociaal en cultureel isolement.


Contact

Stichting Vrienden van Domari
Laan 113
8071 JJ  Nunspeet
0341-279042

NL 88 RABO 0120 1473 27
58184724

Steun ons!

Help de Domari's en doneer! De verkregen gelden komen geheel ten goede aan het volk van Domari.